De 5 belangrijkste technologische trends voor 2022

2021 moest het jaar van de economische heropleving worden, na het absolute rampjaar 2020. Een van de weinige positieve evoluties was de versnelde digitalisering in volle pandemie. Bedrijven zagen plots dat het ook anders kan en dat investeren in IT-oplossingen geen overbodige luxe is om in tijden van verminderd fysiek contact toch goed resultaten te boeken. 2022 lijkt die lijn door te trekken. We schetsen een beeld van de 5 belangrijkste technologische trends en innovaties die zich in 2022 verder kunnen doorzetten.

5G

Wat maakt 5G nu zo cruciaal voor technologische en economische ontwikkeling? 5G is geboren om in een industriële context te schitteren. De voordelen zullen voor de consument minder direct voelbaar zijn, buiten dan een snellere internetverbinding op mobiele apparaten. Dankzij 5G worden nieuwe technologische innovaties mogelijk. 

Net daarom is het zo jammer dat Europa veel tijd verloren heeft aan politieke discussies. Vooral omdat die discussies niet meer rond de technologie draaiden. 5G vormde de inzet van een geopolitiek schaakspel tussen de Verenigde Staten en China. Chinese technologiebedrijven zoals Huawei en ZTE zijn marktleider in netwerkinfrastructuur en waren belangrijke leveranciers van 4G-netwerkapparatuur in Europa. Sinds mei 2019 stonden deze bedrijven echter op de gevreesde zwarte lijst van Donald Trump. Je kent het spionageverhaal wellicht wel. De Verenigde Staten wilden dan ook koste wat het kost voorkomen dat China voet aan wal zou krijgen bij hun Europese bondgenoten. 

Het probleem was echter dat er geen evenwaardige alternatieven klaarstonden voor Huawei. Europese leveranciers zoals Ericsson en Nokia stonden minder ver in de ontwikkeling van 5G-technologie dan Huawei, dat eind 2019 al haar eerste netwerken aan het uitbouwen was in Azië. Uiteindelijk kregen de VS toch hun zin en besloten de meeste EU-lidstaten om Huawei links te laten liggen ten faveure van Nokia en Ericsson. Maar dan was er al veel kostbare tijd verloren. Je kan stellen dat Europa de dupe is van het handelsconflict tussen de VS en China.

5G-discussie in België

In België kreeg het 5G-debat er nog een communautair sausje bovenop, wat de technologische vooruitgang helemaal niet ten goede kwam. De verschillende regeringen maakten ruzie over hoe de inkomsten uit de 5G-veiling zouden moeten verdeeld worden. Aangezien telecom een federale bevoegdheid is, heeft de federale regering in principe recht op het leeuwendeel. Maar de deelstaten, met Vlaanderen voorop, eisten ook hun deel van de koek op.

Ook verschillende stralingsnormen in ons land, die veel strenger zijn in Brussel dan in Vlaanderen, bleken een moeilijk te overkomen obstakel. Bijgevolg heeft de 5G-spectrumveiling nog steeds niet kunnen plaatsvinden en hinkt België ook binnen Europa achterop met de uitrol van 5G. 

Europa kan nog inhaalbeweging maken

We blijven optimistisch. De 5G-race is zeker nog niet gelopen. Maar dan is het tijd dat Europa wakker schiet. Elke dag lopen Azië en Amerika verder uit op ons. Het is tijd om af te stappen van die conservatieve houding en te investeren in onze toekomst. 5G is een zware investering waar je pas over enkele jaren de vruchten van zal kunnen plukken. Daarom is het cruciaal dat die investeringen nu al worden gemaakt. Zonder 5G zal de digitale transformatie van onze maatschappij zijn plafond bereiken en dreigen we een uniek momentum te laten uitdoven. Die boodschap hebben beleidsmakers stilaan ook begrepen. De Europese Commissie probeert de EU-lidstaten actief aan te sporen van 5G een topprioriteit te maken.

Ook in België komt er schot in de zaak, zij het aan een langzamer tempo. Onze regeringen hebben de strijdbijl even begraven om de spectrumveiling zo snel mogelijk te kunnen organiseren. Een laatste punt dat nog op tafel ligt is hoeveel spelers tot die veiling zullen worden toegelaten. Proximus, Telenet en Orange zijn zekerheden, maar het West-Vlaamse B2B-telecombedrijf Citymesh koestert de droom een nationale telecomspeler te worden. Eens de laatste knopen eindelijk doorgehakt zijn, kan de veiling normaal gesproken dit jaar nog plaatsvinden. Vanaf dan kan het snel gaan. De Belgische telecombedrijven staan al jaren te popelen om aan de uitbouw van hun 5G-netwerken te beginnen. Zij staan in de startblokken. Tijd om het startschot te geven.

Smart cities

Het woord ‘smart city’ heeft een futuristische bijklank, maar de slimme stad is al lang geen verre toekomst meer. De Aziatische stadstaat Singapore is zelfs op weg om de eerste ‘smart nation’ ter wereld te worden. Maar ook dichter bij huis zien we grootsteden als Amsterdam en Barcelona nu volop investeren in slimme technologieën. Zelfs in het nabije Maastricht is men volop bezig met de uitrol van 5G-tech in straatverlichting en wordt stap voor stap een plan uitgerold om er een smart city van te maken. 

Wat maakt een stad nu slim? Smart cities worden bestuurd door het Internet of Things (IoT). Dit abstracte begrip moet je zien als een netwerk dat apparaten en systemen met elkaar verbindt. Het gaat verder dan het ‘gewone’ internet omdat gekoppelde apparaten in staat zijn om op autonome basis gegevens met elkaar uit te wisselen en acties te koppelen aan die gegevens. In een smart city zijn dus ook alle cruciale elementen van de stad, zoals de economische infrastructuur, de stedelijke administratie, ziekenhuizen en transport aangesloten op het IoT-netwerk. Dat moet leiden tot een efficiëntere organisatie binnen de stad om de levenskwaliteit van de inwoners te verhogen. 

Experimenten in België

Ook in België zien we al enkele jaren interessante smart city-experimenten opduiken. Vanuit de verschillende overheden van ons land komt er ook actieve financiële steun voor dergelijke projecten. VLAIO, het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen, doet sinds 2018 elk jaar een oproep aan stadsbesturen om innovatieprojecten in te dienen voor een subsidie. Al meer dan 40 projecten hebben een subsidie tot 900.000 euro ontvangen. Deze 8 projecten haalden de selectie na de oproep van 2020:

• Lokaal 3D (Oost-Vlaanderen): Lokaal 3D (data, denken en doen) is een samenwerking tussen de provincie Oost-Vlaanderen en de Oost-Vlaamse Unizo-afdeling. Het doel van het project is om op basis van lokale use cases een draaiboek op te stellen voor een slimme economie dat voor lokale besturen toegankelijk is.

• VLOED (Gent en Brugge): Hoeveel winkelende bezoekers passeren er in een handelsstraat? Waar is het zinvol om te investeren? Het VLOED-project maakt gegevens over bezoekersstromen tastbaar voor economische actoren in Gent en Brugge. Handelaars krijgen zo inzichten in hoeveel mensen elke dag door de drukke winkelstraten passeren tijdens gewone periodes en piekperiodes zoals de solden. Op termijn moeten de algoritmen ook in staat zijn om drukte te voorspellen op basis van historische gegevens. 

• Smart Retail Area (Antwerpen): De Stad Antwerpen werkt samen met de Thomas More Hogeschool aan een slimme winkelbuurt. Het doel is om de meerwaarde te onderzoeken van een openbaar co-creatieplatform tussen beleidsmakers, onderzoeksinstituten, handelaars en consumenten voor de retailsector. Smart Retail Area moet een competitieve handelskern creëren in Antwerpen en later in heel Vlaanderen.

• Stadsmunt (Sint-Niklaas): Digitale munten zijn in de mode, dat heeft het stadsbestuur van Sint-Niklaas goed begrepen. De Oost-Vlaamse gemeente wil een stadsmunt ontwikkelen die de bevolking kan omruilen in lokale winkels. Daarmee wil het stadsbestuur de lokale handel een duwtje in de rug geven en burgers aansporen lokaal te blijven kopen.

• INVEST (West-Vlaanderen): Net als Lokaal 3D is INVEST een interprovinciaal project dat is opgezet door de provincie West-Vlaanderen. Het project focust zich op het ontwerpen van een efficiënt en duurzaam datagedreven beleid voor de West-Vlaamse detailhandel. Detailhandelaars krijgen relevante data ter beschikking om hun verkoop te analyseren en performanter te maken.

• Data-gestuurde winkelgebieden (Mechelen): De stad Mechelen wil een handelaarsdashboard bouwen voor lokale handelaars om hen toegang te bieden tot relevante data. Hiervoor zal een peiling worden gemaakt van databronnen die handelaars nu al gebruiken, welke data het stadsbestuur hen nog zou kunnen bezorgen en hoe handelaars te coachen om nog meer te kunnen halen uit data-analyse. 

• Wij Leveren (Leuven): Wij Leveren zorgt voor een gestroomlijnd logistiek netwerk door handelaars en transportbedrijven samen te brengen op een digitaal distributieplatform. Daarmee kunnen handelaars uit Leuven en omstreken hun bestellingen plaatsen en die door een leveringspartij laten bezorgen aan de klanten. Een bemiddelaar leidt het contact tussen verschillende partijen in goede banen. Wij Leveren biedt kleinere spelers de kans om met beperktere middelen de voordelen van online verkoop te laten ontdekken en moet op termijn leiden tot duurzame logistiek. 

• LocusFocus (Vlaams-Brabant): De provincie Vlaams-Brabant wil lokale besturen een handje helpen in het aanbieden van slim snel, transparant, accuraat en onderbouwd locatieadvies aan ondernemers. Een noodzaak, want greenfield-bedrijventerreinen geraken steeds meer volzet. LocusFocus wil relevante databronnen rond actuele en toekomstige locatie-uitdagingen samenbrengen in een informatieplatform waarop lokale besturen advies kunnen baseren. 

10 slimste steden ter wereld

Wat is nu de slimste stad ter wereld? Eden Strategy Institute kwam na een globaal onderzoek tot deze top 10:

1. Singapore
2. Seoel (Zuid-Korea)
   
3. Londen (Verenigd Koninkrijk)
   
4. Barcelona (Spanje)
   
5. Helsinki (Finland)
   
6. New York City (Verenigde Staten)
   
7. Montreal (Canada)
   
8. Sjanghai (China)
   
9. Wenen (Oostenrijk)
   
10. Amsterdam (Nederland)

Zelfrijdende auto’s

De technologie om auto’s zelf te laten rijden bestaat al, maar net zoals bij 5G hinkt de wetgever achterop, zowel op Europees als nationaal niveau. Bij de constructeurs is Tesla de absolute pionier met zijn Autopilot. In Europa en België is het niet nog niet toegelaten om de volledige functionaliteit van Autopilot te gebruiken: de bestuurder moet attent zijn om op elk moment het stuur zelf weer over te kunnen nemen. Mogelijk volgt er wettelijk gezien een doorbraak in 2022. Zoniet, dan zal dat in de komende jaren ongetwijfeld het geval zijn.

Het Google ecosysteem is al een vast onderdeel geworden in een Tesla, maar ook Volvo gaat voluit voor Android. In maart dit jaar kondigde het Zweedse merk aan dat het zijn infotainmentsysteem op Android gaat bouwen en dat naar meer wagens zal uitbreiden. De voorbije jaren is het ook pijnlijk duidelijk geworden dat we met z’n allen liever Google Maps en Waze gebruiken, liefst nog in combinatie met Android Auto of Apple Carplay. De zelfontwikkelde GPS- en infotainmentsystemen van constructeurs halen hetzelfde niveau niet. De kans is groot dat in 2022 heel wat constructeurs Volvo zullen volgen richting een volledige integratie van Android in de wagen.

Waymo

Voor wie nog niet van Waymo gehoord had: het zag in 2009 het levenslicht als het Google Self-Driving Car Project. Het hightechbedrijf wil ’s werelds meest ervaren chauffeur bouwen, in de vorm van een zelfrijdend systeem dat almaar slimmer wordt. Daarvoor heeft Waymo zijn systeem al jarenlang gefinetuned om de AI zoveel mogelijk ervaring te laten opdoen in realistische situaties. Het bedrijf heeft de missie opgevat om onze toegang tot mobiliteit te verhogen en wegverkeer veiliger te maken, om zoveel mogelijk verkeersdoden te voorkomen.

De vloot van Waymo bestaat tegenwoordig uit aangepaste Toyota Prius-wagens, Lexus-SUV’s, een prototypevoertuig dat de bijnaam ‘Firefly’ kreeg en een volledig autonome Chrysler Pacifica Hybrid-minivan. Die laatsten zijn de eerste voertuigen die massaal geproduceerd werden. In 2022 zullen er ongetwijfeld nog meer modellen volgen. Recent is Waymo ook een partnerschap aangegaan met Jaguar om van het I-PACE-platform het eerste premium automodel te maken dat volledig elektrisch en autonoom rijdt. Waymo werkt ook samen met Mercedes-moederbedrijf Daimler om de meest ervaren zelfrijdende technologie te gebruik om de grote Cascadia-vrachtwagens autonoom te laten rijden.

The Metaverse

Digitale transformatie betekent voor bedrijven zoveel meer dan alleen maar het inzetten van (informatie)technologie om productieprocessen of logistieke operaties te optimaliseren. Een relatief nieuwe term is die van de Metaverse.

De sterke opkomst van virtual reality (VR) en augmented reality (AR) opent nieuwe deuren voor bedrijven en adverteerders. Ze kunnen hun (potentiële) klanten unieke ervaringen aanbieden om producten en diensten op een ongeziene manier te beleven. De Metaverse is een geüpgradede, revolutionaire versie van het internet die augmented en virtual reality integreert in de fysieke wereld. Voor sommigen is de Metaverse simpelweg een diepgaande virtual of augmented reality-ervaring, een categorie van technologische snufjes. Anderen gaan veel verder en zien het als een dromerige, maar zeker niet onrealistische visie op de samenleving van de toekomst.

Pioniers in de Metaverse

Er is zich stilaan een nieuwe economie op gang aan het trekken rond de Metaverse. Steeds meer technologiebedrijven zijn zich aan het toespitsen op de ontwikkeling van toepassingen binnen VR en AR. Die kunnen dan op maat van bedrijven uit heel uiteenlopende sectoren een meerwaarde creëren. Een van de meest succesvolle en ambitieuze start-ups in ons land is Tropos AR uit Dilbeek. Het bedrijf werd door ‘s werelds grootste innovatieversneller in sporttechnologie gescreend en krijgt hun ondersteuning. Sterk, als je weet dat van de 1.500 kandidaten slechts 32 ondernemingen geselecteerd werden. 

We spraken onlangs met oprichter en AR-evangelist Sven Van de Perre. Hij gaf ons zijn kijk op waar het naartoe kan gaan met virtual en augmented reality. “We moeten stoppen met denken dat het internet eindigt aan de rand van onze schermen”, liet Van de Perre optekenen. “Het internet is nu nog vaak die ene vierkante meter voor je: je laptop, smartphone en tv. Bij Tropos AR laten we bedrijven van die vierkante meter naar iedere kubieke meter op deze wereld gaan. De mogelijkheden zijn eindeloos.” Van de Perre wijst erop dat we voor AR voorlopig nog vasthangen aan onze telefoons en tablets. “Ergens in dit decennium komen er AR-brillen die je handen gaan vrijmaken”, voorspelt hij. “Een app openen zal niet meer nodig zijn. Apple werkt momenteel aan brillen met LIDAR-technologie. Die sensoren kunnen continu je omgeving scannen en zien alle vormen en objecten. Wanneer je eerst de omgeving laat scannen, kunnen we er AR-elementen aan toevoegen. Denk bijvoorbeeld aan een kunstenaar die op jouw dorpsplein een virtueel kunstwerk neerzet, dat je met die AR-bril kan zien. De enige echte limiet wordt je creativiteit”, weet hij. Virtual reality is zijn kinderschoenen ontgroeid en al lang niet meer beperkt tot videogames of gimmicks in demonstraties van technologie. AR en VR en realiseren een meerwaarde door de betrokkenheid die ze creëren. De creatieve mogelijkheden zijn bijzonder groot. Dat maakt ze toepasbaar in uiteenlopende sectoren.

Online shopping en retail

VR en AR laten klanten toe om elke stap van het aankoopproces te doorlopen vanuit hun eigen zetel. Een bekend voorbeeld is de Reality Kitchen Experience van IKEA. Klanten kunnen met de VR-headset van de meubelgigant de winkel verkennen alsof ze er fysiek aanwezig zijn. Virtuele ruimtes hebben als groot voordeel dat bedrijven er geen winkeloppervlakte voor moeten vrijmaken en dat de set-up efficiënt gepersonaliseerd kan worden. Dat kan bijvoorbeeld bij showrooms van garages van pas komen. De opstelling van de wagens veranderen kan heel wat tijd in beslag nemen en is vaak een hele operatie.

Daarnaast laat VR-technologie toe om zogenaamde ‘heat maps’ te genereren om het shoppinggedrag van klanten in kaart te brengen. Dat kan nuttige gegevens opleveren om producten beter in de kijker te zetten, in virtuele of fysieke etalages. Een andere sector die tijdens de coronapandemie al heeft kunnen profiteren van nieuwe VR-technologie is die van het vastgoed. Ook hier kunnen potentiële kopers vanuit hun luie zetel de kamers van een gebouw verkennen alsof ze er zelf fysiek aanwezig zijn. Wanneer het vastgoed zich ook nog eens op een grotere afstand bevindt, wordt het voordeel alleen maar groter.

Sportindustrie

Hoewel VR en AR hun oorsprong kennen in de videogame-industrie, is de technologie ondertussen zodanig geëvolueerd dat ook de sportsector er een grote meerwaarde in kan vinden. In het buitenland zijn voetbalclubs al volop aan het experimenteren met AR en VR. Binnenkort zal het mogelijk zijn om spelers tot in de woonkamer te brengen. In AR kan een virtuele deur opengaan waar een 360-video achter zit die fans live mee in de kleedkamer laat kijken.

Ook in de stadions zelf kan de sportieve ervaring uitgebreid worden met AR. Zo is het in theorie mogelijk om supporters tijdens de rust een spelletje Pong te laten spelen tegen elkaar. Door de highscores in AR naast het speelveld te projecteren, kan je hen extra motiveren en er een unieke prijs aan koppelen. De bezoekende supporters kunnen het bijvoorbeeld opnemen tegen de thuisfans. Ook adverteerders en goede doelen krijgen op die manier een volledig nieuw platform om te communiceren op grote evenementen. Bovendien kunnen VR en AR door de technische staf van sportclubs gebruikt worden om de prestaties van spelers te analyseren en extra te trainen op heel specifieke spelsituaties. Dat levert een hoop gegevens op waarmee analytici verder aan de slag kunnen.

Toerisme

Verder is het toerisme een belangrijke sector die in de toekomst nog meer gebruik zal kunnen maken van AR en VR. Voor augmented reality denken we daarbij natuurlijk in de eerste plaats aan een virtuele gids die als avatar in een laagje over de realiteit verschijnt. Die gids kan volledig AI-gestuurd zijn of live ingesproken door een menselijke gids die niet fysiek op de toeristische plek aanwezig moet zijn.

Met AR kan men ook laten zien hoe een gebouw in ruïnes er in zijn glorietijd uitgezien moet hebben door de ontbrekende stukken digitaal aan te vullen. Diepgaandere virtual reality (met brillen) kan op een bijzonder interactieve manier een beleving creëren om de geschiedenis tot leven te wekken of om een rondleiding te krijgen op een plek die moeilijk toegankelijk is, zoals een uitbarstende vulkaan. Los daarvan kan je potentiële bezoekers met een digitale ervaring overtuigen om effectief af te reizen naar de vakantiebestemming in kwestie. Tot slot is het een nieuwe manier voor musea en hotels om reclame te maken met een digitaal voorsmaakje.

Medische sector en gezondheidszorg

In de medische sector, tot slot, heeft VR al tot spectaculaire mogelijkheden geleid. Een bekend voorbeeld daarvan is de chirurg die van de andere kant van de wereld een patiënt kan opereren door een VR-omgeving te koppelen aan een robot. Vanop duizenden kilometers afstand kan de chirurg incisies en andere cruciale handelingen uitvoeren. Virtuele omgevingen bieden ook enorm veel mogelijkheden voor verpleegkundigen, dokters en chirurgen in opleiding. Dankzij virtual reality kunnen zij heel specifieke cases in principe oneindig oefenen, totdat ze helemaal klaar zijn om de ingreep zelfstandig en veilig uit te voeren bij een patiënt.

VR en AR kunnen ook een belangrijke rol spelen bij de behandeling van psychische aandoeningen, zoals een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Ook angststoornissen kunnen behandeld worden door patiënten te trainen in virtuele omgevingen. De mogelijkheden die dat biedt voor oefenscenario’s zijn oneindig veel groter dan bij traditionele behandelingen. Ze worden dan helemaal op maat van de patiënt opgezet en kunnen op een groot aantal paramaters aangepast worden naargelang de behandeling vordert. Virtual reality laat toe om een patiënt zijn angst stap voor stap onder ogen te zien en aan te pakken. Zo wordt hij getraind om in het dagelijks leven beter om te gaan met moeilijke situaties. Een behandeling op zulk gedetailleerd niveau zou zonder de technologie nooit mogelijk geweest zijn.

3D-printing

Onlangs liet het SpaceX van Elon Musk weten dat ze een klep voor een van de Falcon-raketten heeft laten 3D-printen. Dat nam slechts twee dagen in beslag, terwijl de traditionele fabricagetijd een week zou bedragen. Het toont maar aan hoeveel tijd en geld er bespaard kan worden wanneer meer onderdelen voor machines in allerlei sectoren ge-3D-print zouden kunnen worden. Wellicht zet het industrieel 3D-printen van onderdelen zich in 2022 voort.

Additive manufacturing is op vrijwel iedere technologie toepasbaar. Een laptop, smartphone, gameconsole of smartwatch: ze kunnen allemaal (deels) worden gemaakt met behulp van 3D-printers. Techfabrikanten zetten 3D-printers in om prototypes te maken of om haalbaarheidsonderzoeken uit te voeren. Zo kunnen fabrikanten experimenteren met andere materiaalsoorten dan die doorgaans gebruikt worden voor elektronica, zoals technisch keramiek.

Er is een belangrijke reden waarom 3D-printen de laatste jaren steeds meer aan terrein wint: het heeft namelijk vele voordelen ten opzichte van conventionele maakmethodes. Deze voordelen kunnen een reden zijn waarom je zelf met additive manufacturing binnen jouw bedrijf aan de slag zou moeten.

Ontwerpvrijheid

Additive manufacturing geeft meer ontwerpvrijheid. Bij conventionele technologieën ben je voornamelijk gebonden aan de gereedschappen die gebruikt worden om het materiaal weg te halen. Met een boor is een vierkant gat realiseren geen gemakkelijke opgave, maar voor een 3D-printer is dit een peulenschil. 3D-printers moeten overigens wel aan bepaalde ontwerpregels voldoen, aangezien niet ieder ontwerp printbaar is. In het algemeen kun je echter wel stellen dat 3D-printers complexere ontwerpen kunnen maken. Bij conventionele toepassingen is het makkelijker om enkel gebruik te maken van rechte lijnen, terwijl het bij additive manufacturing niet zoveel uitmaakt welke vorm het product heeft. 

Makkelijker dan bij conventionele methodes is het om door middel van 3D-printing onderdelen te personaliseren. Een prothese ter vervanging van een bot of gewricht kan op maat worden gemaakt door middel van een 3D-scan en 3D-printer. Ieder mens heeft een ander formaat of vorm van een bepaald bot. Met additive manufacturing is hiervoor nauwkeurig maatwerk mogelijk. Als je slechts één product of een zeer beperkte oplage nodig hebt, kan het daarnaast haalbaarder en efficiënter zijn om te kiezen voor additive manufacturing ten opzichte van de conventionele methodes. 3D-printen is dan ook te zien als een soort plug-and-play-methode.

Kortere lead time

3D-printen maakt het mogelijk om een design sneller tastbaar te maken. Als je een design wil printen, kan het zo simpel zijn om enkel op een knop te hoeven drukken. Natuurlijk moet je eerst een design ontwerpen of verworven hebben. Ook is het belangrijk dat je instellingen goed staan en je de juiste hoeveelheid materiaal bij de hand hebt. Eenmaal gestart is een print na een x aantal uur klaar. In theorie kan een object hierdoor razendsnel bij een klant liggen of worden gebruikt voor eigen doeleinden.

Bij conventionele methodes bestaat het maken van een design regelmatig uit verschillende stappen, zoals boren, slijpen en assembleren. Voor iedere vorm is een andere bewerking nodig en dat kost doorgaans meer tijd dan het maken van hetzelfde product met behulp van een 3D-printer. Het is bovendien makkelijker om snel aanpassingen te maken aan het design en zo tot een steeds beter prototype of product te komen. 

On-demand produceren

Het is mogelijk dat je niet langer een fysiek magazijn nodig hebt of juist op voorraadruimte kunt besparen, aangezien je 3D-printer on-demand onderdelen kan printen. In bepaalde gevallen is het niet nodig of niet handig om alle onderdelen in een magazijn te hebben liggen. Het kan efficiënter zijn om onderdelen aan de hand van een ontwerp en snelle fabricagemethode (3D-printen) on-demand te produceren. Neem een onderzoekslaboratorium op de Zuidpool. Het transport van onderdelen is kostbaar, maar je wil wel snel reserveonderdelen hebben. Je hebt enkel een digitale database van je onderdelen nodig en een 3D-printer met het benodigde materiaal. Is een onderdeel aan vervanging toe, dan haal je simpelweg je ontwerp op en start je de print met een spreekwoordelijke druk op de knop.

Conclusie

Technologische evolutie is een ruim begrip. Toch hebben we geprobeerd om in dit artikel de technologische trends op te lijsten die een belangrijke maatschappelijke rol zullen blijven vervullen, in 2022 en de jaren daarop. 5G lijkt ons wel de allerbelangrijkste technologie, wanneer we naast telecommunicatie de lijn doortrekken naar zelfrijdend personen- & goederenverkeer en augmented- & virtual reality. Het spijtige van de zaak is dat bij al deze veelbelovende technologieën de wetgevers danig achterop blijven hinken.

Maar nu in deze moeilijke tijden de technologische vooruitgang bij bedrijven een boost krijgt, zal bij hen ook de druk op de politiek almaar groter worden om actie te ondernemen. 2022 wordt een veelbelovend jaar, omdat de 5G-veiling eindelijk zal plaatsvinden. Met de komst van 5G zal het internet eindelijk volwassen worden en zal het startschot van een nieuwe digitale revolutie gegeven worden.